Historie

Bij veel oude Nederlandse kerken is het eigendom van kerkgebouw en kerktoren gesplitst. De toren bij de kerk en de klokken zijn geen eigendom van het kerkgenootschap maar van de burgerlijke gemeente. Deze opmerkelijke situatie vindt zijn oorsprong in additioneel artikel VI bij de Staatsregeling van 1 mei 1798 en wordt in het algemeen beschouwd als een vorm van horizontale splitsing.

Anders dan in Frankrijk werd in de Bataafse Republiek de scheiding van kerk en staat nadrukkelijk vastgelegd. De toekenning van het gebruik en het eigendom van kerkgoederen werd om die reden overeenkomstig dit artikel overgelaten aan de burgerlijke gemeenten. De gedachte die hieraan ten grondslag heeft gelegen, betreft de toenmalige wereldlijke functie van kerktorens (landmeetpunt, klok, uitkijkpost, cachot, telegraaf).

De skiere holle oerein yn ‘t blauwe swurk,
Dêr trillend sinneljocht syn goud yn weeft
Stil, steatlik riist er op, as yn de tiid,
Doe’t wy as berntstjes oan syn fuotten boarten.

Pieter Jelles Troelstra (1860-1930)

content image